Ifese Studiedag De Verlichting (4de ed.)


IFESE STUDIEDAG DE VERLICHTING (4de ed.)


Op zaterdag 2 maart 2024 vindt tussen 13.30 en 17.30 uur de vierde studiedag over De Verlichting plaats in het Auditorium 3 Suzanne Lilar van de Blandijn – Blandijnberg 2, 9000 Gent. De studiedag bestaat uit vier lezingen en focust zich op de bijdrage van verlichtingsfilosofen aan het morele denken.


Programma


13.25u – 13.30u: Welkomstwoord

13.30u – 14.10u: Prof. dr. Sonja Lavaert (Vrije Universiteit Brussel) over Spinoza’s moraalfilosofie, van de Korte Verhandeling tot de Ethiek

14.10u – 14.20u: Q&A 

14.20u – 14.30u: koffiepauze

14.30u – 15.10u: Prof. dr. Eric Schliesser (Universiteit van Amsterdam) over ‘Adam Smith als politiek denker’

15.10u – 15.20u: Q&A 

15.20u-15.30u: koffiepauze

15.30u – 16.10u: Prof. dr. Willem Lemmens (Universiteit Antwerpen) over ‘David Hume en de ethiek van het gewone leven’

16.10u – 16.20u: Q&A 

16.20u – 16.30u: koffiepauze

16.30u – 17.10u: drs. Levi Haeck (Universiteit Gent) over ‘Immanuel Kants pleidooi voor een formeel mensbeeld’

17.10u – 17.20u: Q&A 

17.20u – 17.30u: koffiepauze

17.30u – 17.35u: Slotwoord


Inschrijving


U kan zich inschrijven voor deze studiedag via dit formulier. Wie bijkomende vragen heeft, kan zich richten tot ons hoofd educatie Vincent Vincke (vincent.vincke@ifese.be).


Abstracts


Spinoza’s moraalfilosofie, van de Korte Verhandeling tot de Ethiek

Vertrekkende van de eerste zin van de Verhandeling over de verbetering van het verstand zal ik het hebben over het programma, de structuur en de beweging van Spinoza’s filosofie algemeen en zijn moraalfilosofie in het bijzonder. Na een overzicht van zijn gehele oeuvre geplaatst in de tijdscontext breng ik een nieuwe these naar voor omtrent de relatie tussen zijn verschillende werken. Het zal gaan over de beweging of verandering die plaatsvindt tussen de Korte verhandeling en de Ethica, maar ook binnen die werken zelf zoals tussen de delen I, II en III, IV, V van de Ethica. Daartoe focus ik concreet op structuur en inhoud van de Korte verhandeling en sta ik stil bij de thema’s van de menselijke natuur, de soorten kennis en de relationele visie op het individu in de Ethica.

Adam Smith als politiek denker

Deze presentatie analyseert het politieke gedachtegoed van Adam Smith, met specifieke aandacht voor zijn werk “Wealth of Nations” uit 1776. De presentatie richt zich op drie hoofdthema’s. Allereerst onderzoekt het de impact van zijn filosofie op de geschiedenis van het pleiten voor federalisme en vredesinitiatieven. Ten tweede concentreert het zich op Smiths opvattingen over het liberalisme, waarvan hij als een van de grondleggers kan worden beschouwd. Tot slot wordt Smiths perspectief op politiek burgerschap verklaard.

David Hume en de ethiek van het gewone leven

In zijn Enquiry concerning Human Understanding verdedigt Hume de gedachte dat moraal, zoals kunst, gebaseerd is op smaak en gevoel, niet op de rede. Tegelijk meent hij dat een empirisch onderzoek van het gewone leven (common life) net het fundamentele belang van de moraal voor zelf en samenleving aantoont. Maar wat is dan eigenlijk de rol van de filosofie ten aanzien van de ethiek indien zij nooit tot strikt rationele richtlijnen, laat staan de absolute fundering van de moraal voert? In deze lezing verdedig ik dat Hume in zijn filosofie een ethiek van het gewone leven articuleert die dichter bij de klassieke deugdethiek van de antieke Oudheid staat dan vaak wordt aangenomen en toch aansluit bij het wereldbeeld van de Verlichting. Midden de achttiende eeuw vertolkt Humes verlicht conservatisme een volwaardig alternatief voor het ethisch revisionisme van Kant en Bentham. Hume toont zich op het domein van de praktische filosofie een volstrekt origineel verlichtingsdenker waarvan de betekenis door Kant en Bentham niet werd gezien en waarvoor ook de hedendaagse cultuur veelal blind blijft.

Immanuel Kants pleidooi voor een formeel mensbeeld

De doelstelling van deze lezing is ten eerste om Kants mensbeeld te verhelderen aan de hand van twee teksten: “Beantwoording van de vraag: Wat is Verlichting?” en “Vermoedelijk begin van de mensengeschiedenis”. Het kantiaanse begrip ‘mens’ is een formeel of abstract begrip. Het verwijst naar een wezen dat zich op de één of andere manier tot zichzelf verhoudt als (1) een in vrijheid handelend, moreel subject, ofschoon het tegelijkertijd en te allen tijde (2) een lichamelijk, aan natuur- en andere wetten gebonden object is. Of ‘de mens’, zo gedefinieerd, bestaat, weten we niet, maar het is een veronderstelling die een verschil maakt. De tweede doelstelling van de lezing is dan ook om de relevantievan dit formele mensbeeld te verdedigen in het licht van het onheil dat de mens sinds jaar en dag parten speelt.


Sprekers


Prof. dr. Sonja Lavaert is hoofddocent aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze doceert er de vakken Filosofie van de Verlichting, Vrijdenken, Maatschappijtheorieën en Taalfilosofie. Ze is verbonden aan het Centrum voor Ethiek en Humanisme (ETHU), het Centre for Literary and Intermedial Crossings (CLIC) en het interuniversitaire Centrum voor Literatuur in Vertaling (CLIV). Haar onderzoek is gericht op de genealogie van het modern politiek denken en focust op het heden, de late 17de eeuw, de Renaissance en Verlichting. Ze is de auteur van Het perspectief van de multitude. Agamben, Machiavelli, Negri, Spinoza, Virno (2011) en Vrijheid, gelijkheid, veelheid. Het modern democratie-denken van Machiavelli tot Spinoza (2020) waarvan binnenkort in de reeks Spinoza Studies bij EUP de vertaling verschijnt onder de titel Democratic Thought from Machiavelli to Spinoza: Freedom, Equality, Mulitude (2024). Ze is de co-editor van The Dutch Legacy: Radical Thinkers of the 17th Century and the Enlightenment(2017), Aufklärungs-Kritik und Aufklärungs-Mythen. Horkheimer und Adorno in philosophiehistorischer Perspektive (2018) en Spinoza et la politique de la multitude (2021).

Prof. dr. Eric Schliesser is hoogleraar politicologie aan de faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij promoveerde in 2002 aan de University of Chicago met een proefschrift getiteld Indispensable Hume: from Isaac Newton’s Natural Philosophy to Adam Smith’s “Science of Man”, waarna hij hoofddocent werd aan, onder meer, de Universiteit Leiden en de Universiteit Gent. In zijn onderzoek legt Professor Schliesser zich toe op een breed scala van onderwerpen, gaande van de economische statistieken van het klassieke Babylonië, de geschiedenis van de natuurwetenschappen, vergeten feministen (zowel mannen als vrouwen) uit de 18e eeuw, politieke theorie en haar geschiedenis, en de veronderstellingen van wiskundige economie. Vanuit een interesse naar de invloed van Chicago Economics, is zijn onderzoeksrichting steeds meer naar de methodologie en politieke rol van economen als experts gegaan. Hiernaast houdt Professor Schliesser de blog Digressions&Impressions bij, alsook de groepsblog Bijnaderinzien.

Prof. dr. Willem Lemmens is gewoon hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen, waar hij onder meer de vakken ‘Geschiedenis van de moderne wijsbegeerte’ en ‘Ethiek’ doceert. Hij is er tevens voorzitter van het Centrum Pieter Gillis dat zich inzet voor actief pluralisme en hierbij een pleidooi houdt voor een ‘dialectiek van de secularisering’. Daarnaast is professor Lemmens eveneens een van de titularissen van het onderzoeksseminarie ‘History of Early Modern Philosophy’ in het kader van de ‘InterUniversity Research Master in Philosophy’ (UGent, UAntwerpen en VUB). Onder zijn publicaties kent men zowel werken en artikels over Hume (‘Sweden is Still a Kingdom’: convention and political authority in Hume’s history of England’ (2015), ‘Hume, Rousseau en de kwetsbaarheid van vriendschap’ (2013), ‘Beyond the calm sunshine of the mind: Hume on religion and morality’ (2012)), Spinoza (‘Verlichtingsfilosoof of verlichte wijze? Spinoza en de kunst van het leven’ (2015), Spinoza on ceremonial observances and the moral function of religion (2010)), evenals de filosofie van de religie en de euthanasiekwestie.

Drs. Levi Haeck is als predoctoraal onderzoeker van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) verbonden aan het Centrum voor Geschiedenis van de Filosofie en Continentale Filosofie (HICO) aan de Universiteit Gent. Zijn onderzoek (dossiernummer 1132621N) gaat over de manier waarop de oordeelsstructuren van het denken de structuur van de empirische werkelijkheid bepalen, en over de manier waarop we over deze bepaling iets te weten kunnen komen. Hij gaat hiervoor te rade bij Immanuel Kant en diens ‘transcendentale logica’.